Verhit de boter en olie in een braadpan met dikke bodem op hoog vuur. Gooi het komijnzaad, venkelzaad, mosterzaad, de Spaanse peper en de kaneelstokjes in de pan zodra de boter gesmolten is.
Voeg de uit toe zodra de zaadjes beginnen te poffen. Roerbak het mengsel een minuut of 2, draai het vuur lager en laat de ui in een minuut of 8 mooi karamelliseren.
Doe de gemberwortel en de knoflook terbij en roer nog even door. Voeg de gemalen komijn, koriander, kaneel en kurkuma toe en roer goed door. Laat deze currybasis een minuut of twee garen. Voeg de tamarindepasta of currypasta toe en verwarm deze een minuut mee.
Voeg de paprika's, rozijnen en tomatenblokjes toe en ongeveer 100 ml water (afhankelijk van hoe lang je het vlees wilt garen, ik laat het liefst een uur of zes op staan en dan heb je wat meer water nodig om aanbranden te voorkomen). Je kunt nog 50 ml yoghurt toevoegen, dat verzacht de smaken wat.
Doe het vlees erbij, breng de curry aan de kook op hoger vuur en laat hem dan met het deksel op de pan minimaal 3 uur garen op laag vuur (liever langer maar dat hangt ook van je vlees af). Check zo nu en dan of alles goed gaat, vooral of er niets aan de bodem vastkoekt en dan aanbrandt.
Voeg de winterwortel en aardappelblokjes toe en breng de curry weer aan de kook. 10 minuten later mogen ook de sperziebonen, doperwten en garam masala in de pan. Laat het geheel nog een minuut of 15 doorpruttelen op laag vuur. Proef of de curry goed op smaak is, zo niet, voeg dan toe wat je denkt dat er mist.
Als je verse koriander in huis hebt kun je daar vlak voor het serveren nog een handvol van toevoegen.